Eén van de vele verstopte stukjes Zeeland. Slingerend over een klein weggetje, door een dijkgat heen en langs het oude stoomgemaal (1910) kom je aan op een kleine en krappe parkeerplaats.
Dan een steile trap omhoog bij dijkpaal 1049 en dan linksaf het fiets- en wandelpad op.
Het duikgebied is mooi aangegeven met 2 duikborden.
Je ziet links van je de Bergse diepsluis en de duikplek daar mooi liggen.
De trap om het water in te gaan ligt bij het 2e bord.
Je kan hier goed zien dat het getij grote verschil kent.
Het handige van deze trap is dat hij tot zeer ver reikt en onder aan de trap is gelijk een stukje zandbodem waar je rustig en veilig kan staan.
Meestal duikt men hier naar links, naar het oosten.
Op een diepte van 2 meter vind je een rand die een stukje de diepte in gaat.
Je hoeft hier niet erg diep te gaan om veel te zien.
Strijenham staat erg bekend om de vele wiersoorten die de Oosterschelde kent. Op de ondiepere delen van de richel kun je erg veel heremietkreeftjes zien.
Doordat deze plek een soort van migratieplek is, kom je hier geregeld harders tegen. Deze vis kun je meestal zien tussen de richel
en de vaargeul in.
Omdat deze plek erg verscholen ligt en bij springtij en/of harde wind, niet te doen is om te duiken, zul je hier over het algemeen niet veel duikers aan treffen. Let wel, op een zomerse warme dag met weinig wind en stroming is deze plek een magneet voor veel duikers die eens een andere plek willen bezoeken dan de diepsluis.
De parkeerplaats is dan heel erg snel vol!
NOB nr. 79
Free AI Website Builder